Anderhalve maand zijn we verder. Denken we vaak dat er weinig gebeurt, blijkt er veel te gebeuren. De dagen vliegen voorbij. Dit is met een paar foto’s een overzichtje van zo het een en ander.
Samen bedenken we het, maar Martin maakt het. Ik help wegslepen, afbreken, afvoeren. Als het niet te netjes hoeft te zijn dan mag ik schilderen. Hij is een soort van pietje precies. Dat ben ik ook, maar niet met klussen.
Deze foto’s laten een mooi voor en na van de keuken zien. Je kunt zien dat we blij zijn met ons plekje.


Nadat we voor een groot deel de kamer en de keuken in orde hadden gemaakt, was het tijd om de voorbereidingen te treffen voor Martins werkplaats. Er stond een oude schuur en een afdak met troep. Van dat spul waarvan mannen denken “dat kan ik vast nog wel eens gebruiken.” Daar ben ik het soms wel mee eens hoor.
De ritjes naar de plaatselijke stort leverden weer wat Hongaarse inzichten op. Het valt me op dat de containers hier heel schoon zijn, een stuk kleiner dan in Nederland en keurig gesorteerd. Men is hier gewend om veel meer spullen te hergebruiken. Vandaar de troep onder het afdakje. En eigenlijk is dat een goed ding, toch?
Er werken trouwens echte ambtenaren. Eerst melden, adreskaart laten zien, dat wordt genoteerd op een vel papier dat op een bord is geklemd en daarna wordt de inhoud van de auto geinspecteerd. Dan moet het per soort worden uitgepakt, op een pallet gelegd, want dan wordt het gewogen en vervolgens vertellen ze in welke container je het mag dumpen. Zelf tillen ze de pen.




De oude schuur leverde een prachtige voorraad rot hout. Martin gelukkig met de vuurschaal die hij had gekocht. Ik doe soms wat paniekerig over vuur. Beetje gek, maar kennelijk voorzichtig. Dus ik ben blij met de schaal en de gieter. Die gieter is een erfenis van Martin’s vader, ‘vader Kees’. Vader Kees heeft nog wel zo het een en ander geleverd, dat na jaren bewaren hier goed van pas komt.
Naast slopen en bouwen ben ik ook bezig met de grond en de tuin. Martin heeft met een sputterende omwoeler een paar meter grond voor me vrijgemaakt. Een last minute moestuintje a la Makkelijke Moestuin moest ik toch nog even proberen. Les: als de zon hoog staat, staat de tent niet in de weg. Nu de zon zakt, komen teveel groentes in de schaduw. Ze zijn kennelijk toch gek op zon. Alleen de rucola en koriander lijken het niet uit te maken. Ook heb ik, heel creatief, een schepje gemaakt op een steel om de hoge rijpe fruiten uit de boom te plukken. Op de foto pluk ik de mini perziken die we later aan de burgemeester zullen geven.


Bij het maken van de keuken had Martin daarboven al een zoldertje gebouwd. Na het afbreken van de schuur werd daar nog gauw even een boekenkast op maat gemaakt, zo kon ik weer een paar dozen uitpakken. Mooi toch? En handig met zo’n bibliotheektrap.

Ik heb er geen foto’s van. Maar in de tussentijd zijn we bij de bank geweest voor een Hongaarse rekening. Iets met bureaucratie? We kregen de slappe lach, want we hebben welgeteld (echt, we telden mee) 29 handtekeningen moeten zetten. Digitaal. Daarnaast nog een stuk of 8 of 9 (tel kwijt) fysiek. De mevrouw die ons hielp was uiterst formeel, maar er kon een klein lachje af. Ze leek onze lol te begrijpen.
Aan het einde van de dag lopen we sinds kort een rondje over ons erf. De kat loopt gezellig mee, hij voelt zich hier ook thuis. In het huurhuis was hij niet blij. Ik had al aan mijn groep van de dierentolkcursus gevraagd of iemand met hem wilde praten. Hij gaf aan dat hij echt niet blij was. De omgeving was niet wat beloofd was (klopt, het lijkt niet op de plaatjes die ik hem in gedachten ons landje stuurde) en de taal en de dieren waren ook anders.
Een vriendinnetje kwam mijn autootje brengen. Heerlijk! Het is fijn om dingen samen te doen, maar mijn onafhankelijkheid vind ik ook heel prettig. Zij verbleef gezellig op ons landje terwijl wij nog in ons huurhuis zaten. Ze nam heel fijn wat spullen voor ons mee uit Nederland en hielp hier nog een paar mooie dingen vinden voor ons huisje en buiten.
De laatste drie dagen telde ik samen met de kat af. Nog drie nachtjes slapen, nog twee… Hij zat iedere ochtend bij de auto te wachten of hij al mee mocht. Tijd is niet echt een ding voor katten. En vanaf het moment dat hij op het landje was, was het goed.

We hebben onze adreskaarten gekregen, daarover vertelde ik vorige keer. En nu was het wachten op de post. Superfijn dat ik in ons huurhuis zit te typen, de huurbaas kwam zojuist een stapeltje enveloppen brengen. De bankpas, de papieren om de auto’s over te zetten naar Hongaars kenteken én onze belastingkaart. Hoogst belangrijk. Nu is het nog wachten op de toekenning van ons adres. Zodat we niet alleen fysiek, maar ook officiëel op Szölöhegy kunnen gaan wonen.

Er is veel meer te vertellen. Er gebeurt zoveel. Supertof dat onze vriendin een weekje kwam, de eerste gast. Waarmee we ontdekten dat we daar nog niet op ingericht zijn. Gelukkig is ze makkelijk en was het weer heel gezellig. Volgend jaar hopen we echt de ruimte te hebben om mensen te kunnen ontvangen. Daar werken we aan. En we laten het ontstaan.
Verder genieten we. Want dan is er tijd om even niets te doen.







